We zien ze vliegen

loading map - please wait...

5 Juli: 54.306360, -130.267930
6 Juli: 54.726270, -128.766270
7 Juli: 54.998890, -129.724030
8 Juli: 55.113830, -128.033510
9 Juli: 55.973060, -130.068250
10 Juli: 56.726570, -129.779680
11 Juli: 58.018100, -130.935640
12 Juli: 59.592410, -129.218860

We vertrokken met een lange veerboottocht van Vancouver Island om het Hoge Noorden op te zoeken. Via the middle of nowhere reden we nog verder the middle of nowhere in. Daar zagen we meer naaldbomen en paarse bloemetjes dan ons lief was, bange beren, een dier waarvan ik dacht dat het in de woestijn leefde, totempalen, een canyon, en een geweldig indrukwekkende gletsjer. Wat we zagen vliegen? Het nationale symbool van Amerika (en dat in Canada…), maar vooral MUGGEN. Dit alles in het noorden van British Columbia (én stiekem een klein stukje Alaska).

Vrijdag 5 juli

Goedemorgen… 😴 om 05:00 stonden we naast ons nest en reden we gelijk naar de haven. De veerboot die ons in zestien uur tijd naar het veel noordelijker gelegen Prince Rupert zou brengen, lag al klaar.

En wat doe je zoal als je zestien uur op een schip zit? Een boek lezen, een tijdschrift lezen, twee blogs schrijven, af en toe iets eten en drinken bij het restaurant, de gift shop bekijken… Het ging eigenlijk best wel snel voorbij!

Maar wat we natuurlijk ook hebben gedaan: naar buiten kijken! Het was een supermooie tocht tussen honderden eilandjes door. Op die honderden eilandjes stonden miljoenen naaldbomen. In het water was zo af en toe ook wat te zien: opspattend water en hier en daar een vin 🐳🐬. Het is meer dat we weten dat het dolfijnen en walvissen waren, want echt goed zien lukte op één bultrug na niet. En heel in de verte was er een hoop gespetter, waarvan mensen zeiden dat het een orka was. Dus… we hebben een orka gezien?

Het uitzicht veranderde in die zestien uur niet, dus we konden ook met een gerust hart een uurtje naar een boek staren zonder echt iets te missen.

Om 23:30 kwamen we dan eindelijk aan en zochten we de eerste de beste slaapplek uit. Lange maar leuke dag!

Zaterdag 6 juli

Na het uitslapen zijn we naar de Walmart gegaan om flink in te kopen voor de komende week, aangezien we ons in the middle of nowhere zonder supermarkten zouden bevinden. (Ik dacht toen nog dat dat onzin zou zijn, maar Allard had hierover helemaal gelijk.) Met de koelbox en laatjes volgestouwd gingen we op weg!

The middle of nowhere liet nog even op zich wachten want we kwamen eerst nog langs een veel grotere stad 😂. Daar hebben we maar eens geïnvesteerd in bear spray, dat leek ons toch wel een goed idee voor dit noordelijke avontuur. Ook kochten we een verrekijker, lekker nerdy 🤓. Maar die had ik deze reis toch al best vaak gemist, dus beter laat dan nooit!

Toen reden we langs een bord waarop stond ‘fresh local beer’. Remmen! En afkoelen met een heerlijk koud biertje.

’s Avonds zaten we opgesloten in de bus. Honderden muggen zoemden om ons heen. Gelukkig hebben we de hor… hoeven we er voor het slapen maar 10 in plaats van 100 dood te meppen. Ik heb nog wel buiten gekookt en dat resulteerde in ongeveer 30 muggenbulten 😫

Zondag 7 juli

Hoera! Allard bereikte vandaag de respectabele leeftijd van 30-1 🥳. Daarom verdiende hij een pannenkoekenontbijt en natuurlijk cadeautjes (met als hoogtepunt een kinderbueno die ik gister stiekem had gekocht).

Vandaag reden we de Nisga’a Nation autoroute door de Nass Valley. Hier leven vier First Nation stammen en het was het eerste gebied in Canada waar het land ‘teruggegeven’ is aan de indianen. Ze leven hier min of meer volgens hun eigen regels en gebruiken, hoewel Canada wel de ‘baas’ blijft. Natuurlijk zijn ook zij met de tijd meegegaan, maar jagen en verzamelen en de oude rituelen bestaan nog steeds.

Het was een mooie route! Rond 1700 is hier een vulkaan uitgebarsten, wat de hele vallei heeft vervormd. De lavastroom was 20 km lang en soms wel tientallen meters dik! We hebben over het lavagesteente gelopen en de afdruk van een boom gezien (door de hitte verbrandde de boom, maar de lava stolde al wel rondom). Het was best bizar om door zo’n kaal landschap te rijden. Verder zagen we een heel blauw meer, watervallen en een overstroomd bos.

We zijn nog naar het museum geweest waar houten maskers en kunst te bekijken waren en heel veel te lezen was. Ik vond het medium-interessant en Allard heel saai 😋. Hoewel de maskers wel cool waren om te zien.

Het eindpunt van vandaag was de zee, en het vissersdorpje Gingolx. Daar zijn we ‘uit eten’ geweest bij het ‘restaurant’ met de prachtige naam ‘ ”U” Seefood “U” Eat It!’ (het was eigenlijk een soort snackbar). Het werd gerund door een lieve opa die de superverse vis zelf frituurde. Was erg lekker! Tijdens het eten vertelde hij van alles over het leven in het dorp, over zijn stam en de taal. Ook kreeg Allard een vlag van de stam voor z’n verjaardag 😊

Op weg naar de slaapplek zagen we een stekelvarken langs de weg scharrelen 😮. Geen idee dat die hier leefden! Meneer (?) wilde niet poseren voor de foto.

Maandag 8 juli

We sliepen keihard door de wekker heen. Veel te laat gaan slapen de afgelopen dagen, maar het blijft hier zo lang licht! Om 23:00 kun je gewoon nog buiten een boek lezen zonder lamp en fluiten de vogels nog. Maar boeiend, we zijn op vakantie en dan mag je uitslapen. Al lijkt het onder medekampeerders een sport om elke dag om 06:00 weg te rijden 😕

We moesten de hele weg door de vallei weer terugrijden, maar hadden wat dingen om te bekijken bewaard. We liepen een stuk over lavagesteente en door het bos, terwijl we om de paar meter een gek geluid maakten om beren af te schrikken. Die zijn we niet tegengekomen, maar bij de rivier spotten we wel ander wildlife: American Bald Eagles! Woooow zo cool 😁 Het waren er echt heel veel en ze kwamen vlakbij overvliegen. De nieuwe verrekijker had zich nu al uitbetaald 👍

Next stop: één van de drie indianendorpen. Er was nog een oude loopbrug, pas een paar jaar geleden kunnen deze mensen ook met de auto de rivier over om thuis te komen. En bij de nieuwe autobrug stonden vier totempalen. Best cool om te zien!

Dinsdag 9 juli

De hele ochtend belden we met Nederland, gezellig 😃. En daarna waren we klaar voor de tocht (nog verder) naar het noorden! Een mooie tocht tussen ontelbaar veel naaldbomen en heel veel (eigenlijk ook ontelbaar) roze bloemen over Highway 37, voor de komende 869 kilometer (niet allemaal vandaag hoor).

We stopten bij twee dorpjes met nog meer totempalen. En we spotten twee zwarte beren langs de weg! De eerste reed ik met 100 km/u voorbij terwijl ik erop wees en ‘BEERBEERBEERBEERBEER’ riep. Hij keek ons verbaasd na. Voor de volgende remde ik wel, maar die rende natuurlijk keihard weg. Jullie moeten ons maar op ons woord geloven dat we af en toe beren zien, want ze willen niet echt op de foto…

Het is heel grappig om zo afgelegen te rijden. Er is maar één weg hier en als die om de paar honderd kilometer kruist met een andere weg is dat kruispunt echt de place to be. Tankstation, souvenirwinkel, hotel… Je leert zelfs de namen van de kruispunten, het is echt een ding.

Dus, bij de Meziadin Junction namen we even de weg de verkeerde kant (het westen) op. We reden vlak langs een supergrote gletsjer, wow! Echt superbijzonder om te zien. En nog mooier met de verrekijker. De kleur van het ijs in de spleten is echt magisch blauw 😍

In het kleine dorpje Stewart dronken we wat in Main Street (één van de drie straten 😋), met van die mooie ‘oude’ Amerikaanse gebouwen. We wilden hier eigenlijk slapen maar dat bleek niet te kunnen. Dus een eindje verderop in… Alaska! Ja, Amerika!

Dit is waarschijnlijk de enige plek waar je Amerika in kunt rijden zonder grenscontrole. Dat komt omdat je na een kilometer of 20 vanzelf weer Canada in rijdt en verder niet echt ergens heen kan. Tenzij je honderden kilometers over zee wil kanoën of duizenden kilometers door het bos wil wandelen.

Woensdag 10 juli

Eerst op berenjacht bij het wildlife viewing point. Maar helaas zijn we net in het verkeerde seizoen. In de lente zie je moeders met welpen en in de late zomer komen de zalmen in de rivier en zie je ze vissen. Maarja, wij zijn in de vroege zomer. En we hebben ook weinig geduld. Dus geen beren gezien.

We hebben de weg de berg op gevolgd. Al snel stond er een bordje met ‘border crossing’ en reden we dus weer Canada in. Boven op de berg wachtte ons misschien wel het mooiste uitzicht tot nu toe… Of in ieder geval het bijzonderste. We keken uit over de gigantische Salmon Glacier. Wow! Die van gisteren was al cool maar deze was groter (de op vijf na grootste in Noord-Amerika, zeggen ze overal trots) en dichterbij. Ik vond het zo cool om zoiets machtigs te zien 😍

We reden weer terug, Alaska in en naar het grensdorp Hyder. Daar wonen maar liefst 50 mensen, waarvan vier kinderen. Ze hebben geen internet. Echt, wat moet je daar? Maargoed. Het was trouwens goed te merken dat we hier wel écht in Amerika waren en niet in een soort aanhangsel van Canada. In het gesprek met de meneer van de winkel vielen binnen twee minuten de woorden ‘they’re trying to take our guns away from us!’. Stelletje gekkies.

Om Alaska weer te verruilen voor British Columbia moesten we wel door de Canadese grenscontrole. De douanebeambte was heel verbaasd dat we geen beren hadden gezien, want ‘iedereen die hier vandaag langskomt heeft er minstens één gespot’. Ja, daar hebben we wat aan zeg.

Donderdag 11 juli

Heeeeel ver gereden vandaag. We kwamen door het plaatsje Iskut, hihi 🤭. Ook vandaag namen we een zijweg van de Highway 37. De 120 kilometer over de onverharde weg voerden ons langs ‘de Grand Canyon van Canada’. Tsja, wat kan ik erover zeggen. Hij was best wel groot en het was ook best wel mooi. Maar om het nou te vergelijken met de Grand Canyon gaat wel erg ver hoor.

Aan het eind van de weg lag het dorpje Telegraph Creek met 15 ingestorte huizen en 14 nog overeind staande huizen. Er zat zelfs een restaurant! Maar die was dicht op donderdag 😥 Gelukkig hadden we genoeg eten ingeslagen om zelf te koken.

Vrijdag 12 juli

We reden alle 120 kilometer over de onverharde weg weer terug naar Highway 37 en gingen vanaf daar weer verder naar het noorden.

Onderweg kwamen we langs Jade City, wat bestond uit één souvenirwinkel. Zo’n 90% van alle jade ter wereld wordt daar in de buurt uit de grond gehaald. Dat slijpen ze dan in alle vormen die je maar kunt verzinnen (maar vooral beren). Ik weet eigenlijk niet of het ook nog een praktische toepassing heeft. Het is in ieder geval erg duur, dus we hebben geen souvenirs meegenomen 😉

Een stukje verderop keken we nog even bij Boya Lake, wat een prachtige helderblauwe kleur had. Er zat een kanoverhuur, maar het regende, dus nee. We hebben wel even een rondje gelopen, waarbij ik wilde voelen hoe warm/koud het water was. Dapper liep ik op het water af, zette een voet op het zand, en… verdween tot m’n enkel in drijfzand! Wow, wat een kinderdroom/nachtmerrie die uitkomt 😬. Het kostte echt best wel veel moeite om m’n voet er weer uit te krijgen!


Na vele kilometers zijn we al flink noordelijk, maar in de volgende blog gaan we nog véél noordelijker! Tijd voor de volgende provincie en de weg naar Alaska. Zijn we daar binnen gekomen? Voor jou een vraag, voor ons een weet (tenzij we je al gewhatsappt hebben natuurlijk).

6 Replies to “We zien ze vliegen

  1. Zo dit was een leuke start van de dag heb eerst jullie belevenissen gelezen.
    Super gaaf, bedankt weer.

  2. poe poe, inderdaad heel veel naaldbomen!! Wel hele mooie foto’s gemaakt. Volgens mij heb ik nog ergens een stekel van zo’n varken, ik denk ingeplakt in een fotoalbum!

    1. Hoe kom je daar dan aan? Ik dacht echt dat die in de woestijn ofzo leefden!

  3. Hoi Maaike en Allard. Blijft leuk om jullie avonturen te lezen en de foto’s te bekijken, maar ben toch best wel benieuwd naar de afgelopen 12 dagen die nog ontbreken. Ga vooral door met schrijven. Groeten.

    1. Die komt heel snel 😉 donderdag! Maar we weten niet in welke tijdzone deze website werkt dus misschien voor jullie woensdag of vrijdag haha!

Comments are closed.